We horen en lezen steeds meer over de Wet open overheid (Woo). De kranten staan vol met verzoeken, bekendmakingen en zelfs veel misstanden. En het aantal Woo-verzoeken neemt steeds meer toe (zie ook de cijfers hieronder). In de afgelopen maanden heb ik veel geblogd over de praktische afhandeling van de Woo. De komende tijd wil ik het ook hebben over het (juridische) kader van deze web. Te beginnen met de vraag: wat is nou eigenlijk het achterliggende idee van deze wet?
Het toenemende aantal Woo-verzoeken per kerndepartement over de jaren 2014 - 2018 (Bron: Kamerstukken II 2018/19, 28362, 20, p. 2.)
In principe moet de Woo een transparante overheid verzorgen en onderhouden. De Woo biedt burgers de mogelijkheid om inzicht te krijgen in wat, waarom en hoe de overheid werkt. Maar het precieze juridisch kader van de Woo is niet altijd voor iedereen even duidelijk.
De Wet openbaarheid van bestuur vloeit voort uit de plicht van de overheid om openbaar te zijn in de uitvoering van haar taken conform artikel 110 Grondwet (‘Gw’). De Woo is in werking getreden op 31 oktober 1991 en verving daarmee de oude Woo uit 1978, conform artikel 25 Woo.
Formeel heeft de Woo als doel burgers inzage te geven in hetgeen de overheid deed, doet en gaat doen. Tevens verplicht het de overheid actieve openbaarheid toe te passen over het beleid, de voorbereiding en de uitvoering van haar taak wanneer dit in het belang is van een goede en democratische bestuursvoering. Dit is vastgelegd in artikel 2 Woo en artikel 8 lid 1 Woo.
Volgens artikel 8, lid 2 Woo dient de overheid bij het verstrekken van informatie dit in begrijpbare vorm te doen en zodanig van tevoren dat er nog een mogelijkheid bestaat voor belanghebbende en belangstellende burgers om hun zienswijze mee te delen.
De opgevraagde informatie dient binnen vier weken na het indienen van het verzoek openbaar gemaakt te worden, volgens artikel 6 lid 1 Woo. Deze termijn mag eenmalig met vier weken worden verlengd zolang de aanvrager hier voordat de beslistermijn verloopt en op motiverende wijze van op de hoogte wordt gesteld, artikel 6 lid 2 Woo.
De openbaarmaking vindt plaats door het verstrekken van een kopie of letterlijke inhoud in een andere vorm, het toestaan van de kennisneming van de inhoud, het verstrekken van een uittreksel of samenvatting van de inhoud of inlichtingen daaruit te verschaffen. Dit is vastgelegd in artikel 7 lid 1 Woo.
De Woo lijkt eenvoudig in haar doel en uitwerking, maar zoals altijd zit het venijn in de details. In de loop der tijd is er verschillende jurisprudentie ontstaan die meer kader heeft gegeven aan voornamelijk de weigeringsgronden, de zienswijzen, het aflakken van privacygevoelige informatie en persoonlijke beleidsopvattingen en het zorgvuldig analyseren van documenten, om nog maar niet te spreken over het tijdig beslissen op een Woo-verzoek.
In de komende bloggen zal ik hier meer duidelijkheid in scheppen. Ik zal u door het gehele Woo-proces leiden en per fase laten zien dat de behandeling van Woo-verzoeken niet complex hoeft te zijn als u maar de meest efficiënte tools gebruikt.