Het is een veel besproken en controversieel onderwerp: De Dwangsom. Voor de Woo is er ieder geval duidelijkheid gecreëerd: de 'Wet ter voorkoming misbruik Woo' moet sinds 1 oktober 2016 het extreme misbruik van de 'Wet dwangsom bij niet tijdig beschikken' voorkomen.
De 'Wet dwangsom bij niet tijdig beschikken' trad in oktober 2009 inwerking met als doel een democratische en transparante samenleving te bevorderen. Het gevolg was echter een massastroom aan Woo-verzoeken. Bestuursorganen werden overspoeld met omvangrijke verzoeken, verstopt in grove tekstuele brieven of in de vorm van banale vragen, met als enige doel om na het verstrijken van de beslistermijn en de termijn van de ingebrekestelling, een dwangsom te kunnen verbeuren met een maximum van € 1260,-. Geloof het of niet, maar een aantal mensen kon er goed van leven. Dit kostte de overheid naar eigen zeggen tussen de 8 en 14 miljoen per jaar.
Onredelijke verzoeken
Mede doordat de rechter in toenemende mate oog kreeg voor de financiële en personele gevolgen van het oneigenlijke gebruik van de Woo, werd er dus op 1 oktober 2016 een punt gezet achter de mogelijkheden van dit misbruik.
Woo-verzoeken die onredelijk vaak worden ingediend en/of niet expliciet in een informatieverzoek worden genoemd, worden niet meer in behandeling genomen. Bij een te late beslissing is het bestuursorgaan geen dwangsom meer verschuldigd. Zoals in de vorige blog is benoemd, heeft de aanvrager tegenwoordig nog twee mogelijkheden zodra de beslistermijn is verstreken:
- Allereerst kan er een bezwaarschrift worden ingediend bij het desbetreffende bestuursorgaan dat dient te beslissen over het Woo-verzoek; of
- na het verstrijken van de ingebrekestelling, beroep instellen bij de bestuursrechter.
De paar Woo-verzoeken inclusief correct ingediende ingebrekestellingen, die voor 1 oktober 2016 al in behandeling zijn genomen, kunnen nog in aanmerking komen voor een dwangsom. Alle overige Woo-verzoeken vallen daar wegens de onmiddellijke inwerkingtreding van de 'Wet ter voorkoming misbruik Woo' en artikel 15 Woo niet meer onder.
Proceskostenvergoeding
Voor nu lijkt het probleem opgelost te zijn. In de praktijk blijkt dat het aantal Woo-verzoeken afneemt, zie bijvoorbeeld de bijgevoegde staafdiagram waarin een toenemende daling van het aantal Woo-verzoeken is te zien in de Departementale Rapportage Burgerbrieven van 2015 tot en met 2018.
Het is echter de vraag of deze daling stabiel blijft en hoe lang deze voort blijft duren. Want ondanks het feit dat de 'Wet ter voorkoming misbruik Woo' effectief blijkt te zijn, biedt dit nog geen uitkomst voor aanvragers die hun pijlen richten op de proceskostenvergoeding.
Kenmerken van een onredelijk Woo-verzoek
Hoe een onredelijk Woo-verzoek kan worden herkend? Hieronder geven wij u een aantal voorbeelden uit het rapport over ‘Omvangrijke en oneigenlijke Woo-verzoeken’ door Research voor Beleid in opdracht van het ministerie van BZK in 2010:
- Verzoek om stukken die niet bestaan, maar vast blijven houden aan het verzoek;
- Onduidelijkheid over de aard van de omvang van de opgevraagde informatie;
- Verzoek om oneigenlijke redenen;
- Verzoek om informatie betreffende zeer gedetailleerde informatie omtrent doel, namen, titels en nevenfuncties van bezwaarcommissies en hun secretarissen;
- Meerdere verzoeken met dezelfde opmaak en inhoud maar van verschillende afzenders met een vergelijkbare handtekening. Vaak worden deze gericht aan meerdere gemeenten;
- Verzoek met het voorkomen dat het ter bevordering van een studie of onderzoek is met een commercieel doel; of
- Veel identieke verzoeken rond vakantieperiodes.